Vrijstelling
Ieder leerplichtig kind moet op een school ingeschreven staan. Toch kunnen er gewichtige redenen zijn waarom uw kind niet naar school gaat. In bepaalde gevallen kunt u bij Leerrecht vrijstelling van de inschrijving op een school aanvragen. Hier zijn strikte voorwaarden aan verbonden.
U kunt aanspraak maken op een vrijstelling van de inschrijving onder de volgende voorwaarden:
Elk kind moet zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. Samen met de scholen doet Leerrecht er alles aan om een passende onderwijsplek te realiseren voor uw kind.
Als de problemen van uw kind dermate ernstig zijn dat onderwijs niet mogelijk lijkt, kunt u een beroep doen op vrijstelling van inschrijving op basis van psychische of lichamelijke gronden. U vraagt een vrijstelling aan via het aanvraagformulier vrijstelling artikel 5 onder a (lichamelijke of psychische gesteldheid) (pdf, 220 kB). De deskundige doet een medisch / psychologisch onderzoek om inzicht te krijgen of er sprake is van beperkingen bij uw kind waardoor uw kind niet in staat is onderwijs te volgen. Als de deskundige na onderzoek en gesprek met u en uw kind van mening is dat de vrijstelling kan worden afgegeven dan krijgt Leerrecht hier een medisch en/of psychologisch advies van.
De leerplichtambtenaar stelt vast of uw beroep aan de eisen van de wet voldoet. Als dat zo is, krijgt uw kind vrijstelling. Is dat niet het geval, dan moet u uw kind alsnog inschrijven op een school.
Als u bedenkingen heeft tegen de richting van het onderwijs van alle scholen of onderwijsinstellingen die binnen een redelijke afstand van uw woning liggen, dan kunt u een beroep doen op vrijstelling van de leerplicht. U legt daarvoor een verklaring af over deze bedenkingen. Dit doet u door het aanvraagformulier vrijstelling artikel 5 onder b (bedenkingen tegen de richting onderwijs) (pdf, 228 kB) in te vullen. Naast het ingevulde formulier dient een verklaring te worden bijgevoegd waarin de basisscholen binnen een straal van 6 km en middelbare scholen binnen een straal van 20 km staan samen met de bedenkingen tegen deze scholen.
Een voorwaarde is dat uw kind niet eerder ingeschreven heeft gestaan op een school/ of instelling of deze heeft bezocht.
De leerplichtambtenaar stelt vast of uw beroep aan de eisen van de wet voldoet. Als dat zo is, krijgt uw kind vrijstelling. Is dat niet het geval, dan moet u uw kind alsnog inschrijven op een school.
Wilt u uw kind in het buitenland naar school laten gaan? Dit doet u door het aanvraagformulier vrijstelling artikel 5 onder c (schoolbezoek buitenland) (pdf, 266 kB) in te dienen, voorzien van een verklaring van de school in het buitenland waar uw kind is ingeschreven.
De verklaring moet in het Nederlands, Engels, Duits of Frans zijn opgesteld en de volgende informatie bevatten:
- Naam en geboortedatum van uw kind.
- De naam, plaats en land van de school.
- De periode dat uw kind de school bezoekt.
Op het aanvraagformulier moet een handtekening van de schooldirecteur en een stempel van de school staan.
Ter informatie: Ter informatie: Als uw kind in een periode van een jaar meer dan 8 maanden in het buitenland woont, heeft u de wettelijke verplichting uw kind uit te schrijven bij de afdeling burgerzaken van uw gemeente.
De leerplichtambtenaar stelt vast of uw beroep aan de eisen van de wet voldoet. Als dat zo is, krijgt uw kind vrijstelling. Is dat niet het geval, dan moet u uw kind alsnog inschrijven op een school in Nederland.
Er zijn twee specifieke situaties, waarin u op basis van uw beroep een verzoek tot vrijstelling kunt doen, namelijk:
- U werkt als kermisexploitant
- U werkt als circusmedewerker.
In bovenstaande gevallen geldt een vrijstellingsregeling voor de maanden maart tot en met oktober, onder de voorwaarde dat u tijdens die periode rondreist met uw kind. De afstand tussen de standplaats en de standplaats van de rijdende school moet dan groter zijn dan 5 kilometer. De vrijstelling eindigt aan het einde van het schooljaar, waarin uw kind de leeftijd van veertien jaar bereikt.
De vrijstelling vraagt u aan door het aanvraagformulier vrijstelling 5a (trekkend bestaan) (pdf, 234 kB) in te vullen. Naast dit formulier vragen wij de volgende informatie bij te voegen:
- verklaring van uw onderneming/ werkgever;
- verklaring waaruit blijkt dat u kermisexploitant of circusmedewerker bent;
- het reisschema;
- aantonen dat er geen rijdende school is.
De leerplichtambtenaar stelt vast of uw beroep aan de eisen van de wet voldoet. Als dat zo is, krijgt uw kind van rechtswege vrijstelling. Is dat niet het geval, dan moet u uw kind alsnog inschrijven op een school.
Voor de aanvraag moet u aantonen dat uw kind voldoende onderwijs volgt. Opleidingen of cursussen als thuisstudie vallen hier niet onder.
Dit doet u door het aanvraagformulier vrijstelling artikel 15 (ander onderwijs 16+) (pdf, 393 kB) in te vullen.
U kunt een aanvraag indienen voor vervangende leerplicht als uw kind tenminste 14 jaar is en niet geschikt is volledig dagonderwijs aan een school te volgen.
- Aanvraagformulier art. 3a (vervangende leerplicht) (pdf, 382 kB)
- Aanvraagformulier art. 3b (vervangende leerplicht laatste schooljaar) (pdf, 382 kB)
Verdere informatie kunt u vinden in de leerplichtwet artikel 3a en 3b.
Volgens de Leerplichtwet is bij gewichtige omstandigheden een vrijstelling van geregeld schoolbezoek mogelijk voor maximaal tien dagen per schooljaar. Dit zijn omstandigheden die buiten de wil of invloedsfeer van de ouders of leerling liggen. Het hoofd van de school of instelling kan in dergelijke situaties toestemming verlenen.
Als er meer dan 10 dagen verlof gevraagd wordt, behandelt de leerplichtambtenaar dit verzoek. U vraagt een vrijstelling aan via het aanvraagformulier vrijstelling artikel 11g (gewichtige omstandigheden) (pdf, 381 kB)
In de volgende situaties kan – zolang het gaat om niet meer dan 10 dagen per schooljaar – verlof worden gegeven voor de hierna genoemde periode:
- voor een verhuizing: maximaal 1 schooldag;
- voor het voldoen aan wettelijke verplichtingen, voor zover dit niet buiten de lesuren kan plaatsvinden: maximaal 10 dagen;
- voor het bijwonen van het huwelijk van een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad: in Nederland maximaal 2 schooldagen indien er ver gereisd moet worden, anders maximaal 1 dag. In het buitenland maximaal 5 schooldagen. Als bewijs moet een trouwkaart worden getoond, bij twijfel een kopie van de trouwakte;
- bij een ernstige levensbedreigende ziekte zonder uitzicht op herstel van een bloed- of aanverwant tot en met de 3e graad: maximaal 10 dagen. Als bewijs dient een doktersverklaring waaruit de ernst van de ziekte blijkt;
- bij overlijden van een bloed- of aanverwant:
- in de 1e graad maximaal 5 schooldagen;
- in de 2e graad maximaal 2 schooldagen;
- in de 3e en de 4e graad maximaal 1 schooldag;
- in het buitenland: 1e t/m 4e graad maximaal 5 schooldagen.
Als bewijs dient een rouwkaart. Indien twijfelachtig, een akte van overlijden;
- bij 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders, verzorgers of grootouders: maximaal 1 schooldag;
- voor andere, naar het oordeel van het hoofd van de school/instelling, gewichtige omstandigheden: maximaal 10 dagen.
Bij alle verlofaanvragen geldt het volgende:
- verlofaanvragen dienen schriftelijk en binnen een redelijke termijn bij het hoofd van de school of instelling te worden ingediend. Als de aanvraag niet binnen een redelijke termijn is ingediend, moet door de aanvrager worden beargumenteerd waarom dit niet is gebeurd;
- er kunnen voorwaarden worden gesteld aan de toekenning, bijvoorbeeld het achteraf tonen van bepaalde documenten;
- de toestemming of afwijzing moet schriftelijk worden vastgelegd en in geval van afwijzing goed worden gemotiveerd door het hoofd van de school of instelling;
- een vrijstelling van geregeld schoolbezoek moet altijd zo kort mogelijk worden gehouden;alle aanvragen dienen, voor zover redelijkerwijs mogelijk, te worden vergezeld van bewijsmiddelen;
- verlof vanwege gewichtige omstandigheden kan ook worden toegekend in de eerste twee weken na de zomervakantie, hier wordt echter terughoudend mee omgegaan;